Nazareth: boekvoorstelling van en door Henri Heimans

Ere-magistraat Henri Heimans komt naar Nazareth voor de voorstelling van zijn indringende boek KZ-syndroom.

In dit aangrijpende werk reconstrueert Heimans het oorlogsverhaal van zijn ouders, gedeporteerd naar nazi-kampen tijdens WOII. Aan de hand van archiefonderzoek en bezoeken aan de kampen brengt hij niet alleen een persoonlijk familieverhaal, maar ook een universele boodschap van mensenrechten, respect en verdraagzaamheid.

Verwacht een meeslepende avond die geschiedenis, persoonlijke getuigenis en maatschappelijk engagement samenbrengt.

Donderdag 23 oktober 20u
Erfgoedhuis, Drapstraat 16, Nazareth-De Pinte
http://www.nazareth.depinte.be/tickets

(Eremagistraat Henri Heimans – archieffoto’s)

Deinze- ‘Comédie Humaine’, een fotoboek van Carlos Alleene

Collega Carlos Alleene is van vele markten thuis. Hij schreef in zijn rijkgevulde carrière talloze essays, boeken, pleegde gedreven columns met o.m. een gesmaakte reeks ‘Brieven aan Richard Minne’ die hij te grabbel gooide op Facebook en is actief bij Radio Tequila, maar voor het eerst brengt Carlos nu eindelijk zijn nostalgisch fotoboek uit.

Sinds zijn tienertijd was hij met de ‘Kodak ‘op stap om toevallige passanten te ‘knippen ‘ of sfeer en zichten vast te leggen,maar pas nu, bijna 50 jaar later is er eindelijk het boek ‘Comédie Humaine’ met impresario , tekstschrijver en muziekproducer Walter Ertvelt.

“Ik wil een tijdsbeeld vastleggen, vooraleer het verloren gaat”, vertelt hij ongedwongen.

Mijn passie voor fotografie is begon op mijn achttiende. Ik leerde foto’s ontwikkelen en afdrukken bij de plaatselijke fotoclub, gehuisvest in de vroegere pub Palace aan Deinze-Markt. De eerste foto’s ontwikkelde ik bij mijn grootouders.

Op die beelden ontdek je het alledaagse leven in de late jaren zestig. Impressies van omzwervingen, familiebijeenkomsten tot mensen die met netjes geknoopte dassen picknicken langs Noord-Franse wegen. Tijdens mijn carrière als journalist bleef mijn interesse voor fotografie . Vandaag neem ik er zelfs veel meer dan vroeger. Met een digitaal toestel gaat dat allemaal veel gemakkelijker. Samen met Walter maakte ik een selectie en ontstond een nostalgisch fotoboek uitgegeven bij Snoeck.

Te koop in de boekhandels.

Sfeerbeelden

Sofie Lenders uit Sint-Martens-Latem genomineerd voor de mtech+prijs 2024

 

Sofie Lenders, recent afgestudeerd als elektrisch ingenieur aan de Universiteit Gent, is genomineerd voor de mtech+prijs met haar thesis waarin ze een manier vond om verbindingslijnen tussen antennes compacter te maken voor snellere mobiele communicatie. Met deze deelprijs bekronen SciMingo vzw en Imtech+ scripties rond technologie en innovatie.

Operaties op afstand, ofwel telechirurgie, zijn inmiddels geen utopie meer. 

Om deze echter veilig en zonder vertraging uit te voeren, is snellere en nauwkeurigere communicatie noodzakelijk – en dat kan dankzij 6G. Deze technologie vereist kleinere antennes die dichter bij elkaar komen te staan, wat de verbindingslijnen, de ‘golfgeleiders’, ook dichter bij elkaar brengt en extra miniaturisatie vraagt. 

In haar thesis onderzocht Sofie Lenders (23) uit Sint-Martens-Latem hoe ze deze golfgeleiders compacter kan maken door ze te ‘vouwen’. Met succes, want niet alleen slaagde ze erin deze te fabriceren, ze toonde ook aan dat gevouwen golfgeleiders het mogelijk maken om betrouwbare hoogfrequente antennesystemen te realiseren. Haar onderzoek heeft haar een plek op de longlist van de mtech+prijs geleverd, waar ze kans maakt op een prijs ter waarde van 1.500 euro.

Uitreiking

Begin december wordt de shortlist van drie finalisten bekendgemaakt en wordt een poll voor de publieksprijs gelanceerd. 

De uiteindelijke winnaar van de mtech+prijs en de publieksprijs wordt onthuld tijdens de plechtige uitreiking van de Vlaamse Scriptieprijs op donderdagavond 19 december in het stadhuis van Gent.

De Vlaamse Scriptieprijs

Elk jaar kost het tal van laatstejaarsstudenten bloed, zweet en tranen om een bachelor- of masterproef te schrijven. 

Helaas belanden deze eindwerken vaak in een digitaal zwart gat of archief.

Om deze scripties van hun droevige lot te redden, organiseert SciMingo vzw de Vlaamse Scriptieprijs, een wedstrijd die sterk en relevant onderzoek onder de aandacht brengt van een breder publiek.

Naast de hoofdprijs worden er ook vijf deelprijzen uitgereikt, waaronder de mtech+prijs, die sinds 2008 scripties met een onderwerp rond technologie en innovatie bekroont.

Sofie Lenders (if)

Sint-Martens-Latem: reconstructie Expo 1924 en meer…

In het kader van ‘1200 jaar Sint-Martens-Latem’ organiseert de Latemse Kunstkring in samenwerking met het lokaal bestuur een terugblik op een tentoonstelling die in 1924 plaatsvond.

Deze reconstructie-tentoonstelling wordt onderbouwd met een catalogus die te koop wordt aangeboden in het gemeentelijk museum Gevaert-Minneen in de crypte van het gemeentehuis. Op basis van de catalogus kan de bezoeker zelf uitmaken of de geschiedenis al dan niet de schifting passend heeft uitgevoerd.

De tentoonstelling loopt van 17 augustus tot en met 29 september in de Crypte van het gemeentehuis, Dorp 1 en in Museum Gevaert-Minne, Edgar Gevaertdreef, Sint-Martens-Latem.

Deze tentoonstelling is geopend van vrijdag tot en met zondag, van 13.30 uur tot 17 uur. De permanente collectie van Museum Gevaert-Minne kan je van woensdag tot en met zondag bezoeken.

Tijdens het openingsweekend van 17 en 18 augustus 2024 zal u ook de kans krijgen om met de Gentse Barge van het Dorp in Sint-Martens-Latem naar de Groene Brug in Sint-Martens-Leerne te varen.

Zo kan u de tentoonstelling ‘1924, 100 jaar later’ en het luik van ‘de 9de Biënnale van de schilderkunst’ in Museum Dhondt-Dhaenens combineren. Gids Ann De Beir geeft op de boot de nodige uitleg over ons kunstenaarsverleden.

Hou de digitale nieuwsbrief en de gemeentelijke website in de gaten voor meer nieuws!  

Alle informatie:

Meer over de rondvaart vindt u ook hier

Informatie over de tentoonstelling vindt u hier
Of mail naar veerle.yperman@sint-martens-latem.be  
 

Expo 1924 – (credits Erwin De Keyzer)

Boektopia Kortrijk: Is het schrijverschap genetisch bepaald?

Moeder schrijft roman over de bossen van Siberië, zoon schrijft Ontwerp je eigen voedselbos boek

Landschapsarchitect van eetbare tuinen en privé-eilanden, award-wining filmmaker en auteur Louis De Jaeger bracht zijn tweede boek: “Ontwerp je eigen voedselbos.” (Sterck & Devreese) uit.

Zijn moeder is antropologe Inge Denaeghel, onderwijsbegeleider aan de Eduma Cultuurwetenschappen van de UGent. Zij debuteert met haar fictieboek: “Bevroren Levens.” (Manteau).

Beiden signeren samen hun œuvres op de openingsdag van Boektopia.

Louis De Jaeger publiceerde twee jaar geleden zijn eerste non-fictieboek: “We eten ons dood” (Houtekiet), dat meteen de aandacht trok van de pers en lezers. Zijn moeder had een literaire roman in de kast liggen, maar drempelvrees hield haar tegen om dit uit te geven. Toen Louis zijn tweede boekcontract tekende, trok Inge haar stoute schoenen aan en stapte ze naar enkele uitgevers.

Inge Denaeghel groeide als kind op in een bos dat haar van jongs af aan inspireerde. Ze trok er met haar hond op uit, leerde verschillende planten, bomen en vogels kennen. Haar eerste schrijfsels waren gedichten, later schreef ze reisverhalen geïnspireerd door de vele reizen die ze maakte. Tijdens haar studies antropologie verzamelde ze verhalen over de levenswijze van Siberische en Mongoolse culturen. Dit werd de basis voor haar debuutroman: “Bevroren levens.” (Manteau). Een boek waar zowel de natuur, de plaatselijke cultuur, als een hond een prominente rol spelen.

Louis werd als kind ondergedompeld in de verhaalwereld van zijn moeder, zijn vader nam hem als architect mee in een visionaire wereld. Beide invloeden vloeiden samen in het landschapsarchitectenbureau dat Louis oprichtte: Commensalist. Hiermee ontwerpt hij internationaal tuinen, eetbare landschappen en privé-eilanden. Deze ervaringen en zijn eigen onderzoek deelt hij in zijn tweede boek: “Ontwerp je eigen voedselbos”. Daarmee wil hij mensen aanzetten om van hun eigen stukje grond, tuin of zelfs straat een eetbaar paradijs te maken.

Tijdens Inge’s vele reizen kwam ze in contact met verschillende culturen, soms met onderdrukte volkeren wiens geschiedenis hun ontnomen was. 

‘ “De Indiaan in ons bewustzijn,” van Ton Lemaire, heeft mijn passie aangewakkerd om verhalen te schrijven die een juist beeld geven van culturen en hun levenswijze,’ zegt Denaeghel. 

Ook in Louis’ leven speelt reizen een grote rol. Als kind reisde hij mee naar het Verre Oosten, Rusland, China en Afrika. Na zijn studies trok hij samen met zijn vriendin van Canada naar Panama, van Marokko naar Rusland. Reizen waarbij hij in aanraking kwam met destructieve landbouw die de wereld op de rand van een afgrond brengt. ‘Een bezoek aan de woestijn van Marokko was de druppel die mijn emmer deed overlopen. De manier waarop wij met ons land omgaan en hoe wij eten, zorgt voor de verwoestijning van de wereld. 90% van onze aarde zal gedegradeerd zijn tegen 2050. Ik wil alles doen in mijn leven om deze voorspelling om te buigen.’ 

Waar Inge Denaeghel eerst angst had om niet gepubliceerd te worden, was ze aangenaam verrast dat meerdere uitgeverijen interesse hadden om ‘Bevroren levens’ te publiceren. ‘Ik had meteen een zeer goed gevoel bij het team van Manteau en ben hen zeer dankbaar om zo’n mooi resultaat af te leveren.’ 

Bevoren levens in één zin: De dood van een man en een vrouw, op 8000 kilometer van elkaar, blaast het deksel van een doos van Pandora voor hun nabestaanden.  

Louis De Jaeger en zijn moeder, Inge Denaeghel, signeren samen op Boektopia in Kortrijk op 28 oktober, van 15.45 tot 16.30.

De auteurs zij aan zij (of)

Zwijnaaarde: hulde aan Karel Van de Woestijne

Onze redacteur Horst-Jürgen fietste op een zonnige 24 augustus 2023 naar Villa La Frondaie in Zwijnaarde voor de jaarlijkse bloemenhulde aan dichter-schrijver Karel Van de Woestijne.

Dat leverde een mooie reportage op, een impressie die we met onze lezers graag delen:

WIE WAS KAREL STEYAERT?

KAREL VAN WIJNENDAELE

Je woont in de Karel Van Wijnendaelelaan en je hebt het geluk, toen je nog een ukkie was, Karel (Steyaert) Van Wijnendaele te hebben gekend. Dat die bedreven sportkenner/journalist in Sint-Martens-Latem een straat kreeg naar zijn naam lijkt dan ook voor jou, als bewonderaar, de evidentie zelf.
Je ergert je er wel aan dat er nog inwoners zijn die jou de vraag stellen: “wie is die man”?
Aan deze man, die figuur, hebben we zo niet de grootste, dan toch één van de belangrijkste wielerklassiekers te danken: de Ronde van Vlaanderen.

Karel was de geestelijke vader van de Ronde, pionier en grondlegger van de wielersport in Vlaanderen. Hij beschreef de heldendaden van de renners in de krant ‘Sportwereld’, maar had een tomeloze voorliefde en affectie voor de ‘Flandriens’. Hij was gepassioneerd door de wielersport en deed alles wat in zijn macht lag om het Vlaamse wielrennen naambekendheid te geven.

Karel Steyaert werd op 16 november 1882 geboren in Wijnendale, een dorpje nabij Torhout. Hij was de vijfde van 15 kinderen. Op zijn veertiende moest hij uit gaan werken. Hij wisselde vaak van job. Hij genoot slechts lager onderwijs, werd loopjongen bij een apotheker, koetsier in Brussel, notarisklerk en… zelf ook even wielrenner, maar zag snel in dat het talent en de discipline om een groot renner te worden hem ontbrak. Toch bleef wielrennen zijn grote passie. Hij had er nog één en die lag hem beter: schrijven.
Karel Steyaert schreef gedichten, toneel en teksten uit liefde voor de taal en het geschreven woord. Het lag dan ook in de lijn dat hij voor verschillende kranten over wielrennen ging schrijven. Het zou zijn leven worden.
In 1912 was Karel Steyaert medestichter van de krant ‘Sportwereld’. Daarin wou hij vooral de Vlaamse renners in de kijker zetten. Hij eigende zich de naam Karel Van Wijnendaele toe. Hij werd er hoofdredacteur. De nieuwe krant kon wat publiciteit gebruiken en daarom begon Karel in 1913 met de Ronde Van Vlaanderen naar het voorbeeld van de grote Franse koersen Bordeaux-Parijs, Parijs-Roubaix. In 1938 fuseerde ‘Sportwereld’ met de krant ‘Het Nieuwsblad’.

De redactionele bijdragen van Karel Van Wijnendaele in ‘Sportwereld’ werden door alle lagen van de bevolking met interesse en vuur gelezen. Hij was naar alle waarschijnlijkheid de meest gelezen Vlaamse sportverslaggever van zijn tijd. Het wielrennen was iets waar Vlaanderen trots kon op zijn.
Van Wijnendaele wist hoe hij de gewone mens kon boeien. Hij beschreef tot in de details hoe de Vlaamse helden van de fiets zweetten en zwoegden en Vlaanderen op de landkaart van de wielergeschiedenis kleurden. Hij liet zijn lezers de pijn en het leed van hun ‘Flandriens’ voelen door zijn gedreven teksten en zijn beeldrijke commentaar.
Karel Van Wijnendaele werd mettertijd beroemder dan de meeste renners waarover hij schreef en kreeg ook een groot aanzien in de internationale sportverslaggeving. Hij bleef heel zijn leven in de wielerwereld.
Karel Van Wijnendaele stierf op 20 december 1961, hij was 79 en had die zomer nog zijn 37ste Ronde van Frankrijk gevolgd, waar hij zwaar ziek uit terug kwam. Zijn uitvaart was een ware volkstoeloop in aanwezigheid van de grootste renners, sportleiders, collega’s journalisten en personaliteiten, die hem in Sint-Martens-Latem, het dorp waar hij zijn hele leven had gewoond, op 23 december 1961 ten grave droegen.
Naast zijn sportverslagen liet Karel Van Wijnendaele ons de boekjes als “Het Rijke Vlaamse Wielerleven” en “Over Mensen en Dingen uit de Ronde van Frankrijk” na.

DEURLE- Lezing door Katrien Van Hecke

Davidsfonds Latem-Deurle nodigt u uit op een lezing over de

Oostendse Compagnie op vrijdag 17 maart om 20 uur in de Vierschaar te Deurle.

Naar aanleiding van haar nieuwe historische roman, ‘Oostende is niet ver meer’, vertelt Katrien Van Hecke over de Oostendse Compagnie, een stukje vergeten koloniale geschiedenis van de 18de eeuw. Een tegenhanger van de Verenigde Oost-Indische Compagnie van onze Noorderburen. Wie stond er aan het roer? Floreerde die Oost-Indië handel, en wie voer er in de Zuidelijke Nederlanden wel bij? Onze matrozen waren anderhalf jaar onderweg: avontuurlijke kerels, daar kun je op aan. Maar konden ze wel aarden in de factorijen van Bengalen en China? Een mix van geschiedenis, wereldhandel, zeemansverhalen en Vlaamse spirit.

Voor de praktische organisatie, graag vooraf inschrijven hier.  Lukt dit niet, kan inschrijven ook met een e-mail naar bauwense@proximus.be. Bijkomende informatie op 09/282.30.77.

Deelname is gratis voor Davidsfondsleden. Niet-leden betalen 10 euro (te betalen aan de ingang).

Model Eva Rossie hanteert voortaan zelf de camera

Eva Rossie leerden we als model kennen in Flair en de modebladen uit de jaren ’80, ze was piepjong en bloedmooi. Eva studeerde fotografie en kunstgeschiedenis en reisde zowat de hele wereld rond als professioneel model. Toen ze veertig werd, vond ze dat ze haar passie voor de fotografie moest verzilveren en besloot ze de andere kant van de lens te exploreren en ging ze zelf de camera hanteren.

EVA (52): “Fotografie is altijd mijn grote passie geweest. Na mijn veertigste liet ik het modellenleven achter me. Ik studeerde kunstgeschiedenis in Gent en ondertussen was ik assistent van mijn man, Carl de Keyzer.

Pas op mijn vijftigste begon ik terug zelf te fotograferen, met als doel: de beeldvorming rond gender. Dat doe ik via portretten en naaktfotografie. Naaktfotografie ligt niet voor de hand, maar al doende leert men. Ik heb mezelf veel gefotografeerd. Mijn eigen lichaam was als het ware het oefenterrein. Door die foto’s te delen, reikte ik andere vrouwen de hand. Ze hadden meteen door dat ik mezelf niet probeerde te verheerlijken, maar net een eerlijk portret wou maken. Zo groeide ik geleidelijk aan naar een eigen stijl waarvan Les (Dés)Habilleuses een culminatiepunt is.

Noem mijn stijl gerust ‘visual storytelling’ waarbij het model centraal staat. Mijn modellen geven zich letterlijk en figuurlijk bloot. Voor de expo en het boek werkte ik met 28 modellen in het Kasteel van Laarne.

Er zijn een paar professionele modellen bij, maar de meeste zijn vriendinnen of mensen die ik via via leerde kennen. 28 modellen, dat zijn 28 verschillende karakters. Voor mij draait alles om de ontmoeting. Elke fotoshoot is een intens proces. Een beeld is een wisselwerking tussen model en fotograaf. Waar voelt het model zich goed bij? Hoe gaan we om met zijn of haar kwetsbaarheid? Mag er een vetrolletje getoond worden? Is een zichtbare tepel een stap te ver? Bij elk van de modellen zijn de antwoorden op die vragen anders. Eigenlijk is heel het project het resultaat van de ontmoeting met die 28 mensen en de dialoog met het kasteel. Tegelijk heb ik in dat jaar dat ik met Les (Dés)Habilleuses bezig was ook veel geleerd over mezelf. Dit project voelt echt aan als een bevrijding. In het boek beschrijf ik de theoretische onderlaag van het project. Bij sommige foto’s ga ik ook dieper in op hoe een foto tot stand is gekomen. Het gaat er mij niet om zomaar visual pleasure te creëren. Akkoord, een foto moet stilistisch kloppen. Maar het achterliggende verhaal is minstens even belangrijk.”

Eva heeft ook de wereld gezien dankzij haar baan als professioneel model. Deze ervaringen geven haar oog voor schoonheid, een talent om met vrijwel iedereen om te gaan, en een gevoel van hoe het is om te worden onderworpen aan de blik van de fotograaf. Ze weet wat het is om je kwetsbaar te voelen. Als mens, als vrouw. Maar in deze kwetsbaarheid vindt ze elegantie.

Ze werkte nauw samen met enkele van de beste fotografen ter wereld, zowel als model als of als assistent. Denk dan maar aan projecten van Japan tot de VS, en van mode tot documentaire. Deze diverse ervaringen hebben Eva Rossie een uitgebreide set aan vaardigheden opgeleverd en het vermogen om beelden vanuit verschillende invalshoeken te benaderen.

Eva Rossie is een pleitbezorger voor de waarde van alle mensen. Iedereen, ongeacht geslacht of leeftijd, moet zich sensueel en gewenst kunnen voelen. De vrouwelijke blik van Eva Rossie zorgt natuurlijk voor een verfrissend perspectief. Uw persoonlijke boeiende allure komt steeds naar voren in haar foto’s – op .

Eva Rossie helpt je je op je gemak te voelen, en op haar beurt helpt ze je gevoel van sensualiteit natuurlijk te laten aanvoelen. Ze biedt gepersonaliseerde fotoshoots aan en Fine Art Prints. En nu ook haar eerste boek ‘Les (Dés)Habilleuses’ dat ontstaan is dankzij een samenwerking met het kasteel van Laarne.

De tentoonstelling

Waar? Kasteel van Laarne, Eekhoekstraat 5, 9270 Laarne.
Wanneer? Van 18 februari tot en met 26 maart 2023. Open van dinsdag tot en met zondag van 11.00 tot 18.00 uur. Gesloten op maandag.
Hoe lang? Een bezoek duurt ongeveer 1 tot 1,5 uur.

Zaterdag 18 februari 2023 tot en met zondag 26 maart 2023


Contactgegevens?
https://www.herita.be/nl/evenements/les-deshabilleuses

DE LOATEMSCHE KLEPPE gaat zijn 28ste jaargang in!

In 1995 gingen we met een satirepamflet van start om op ludieke manier commentaar te geven of de spot te drijven over of met het reilen en zeilen in een dorp dat alom gehonoreerd werd met de eretitel van ‘Het kunstenaarsdorp in Vlaanderen’ en dit omdat enkele; de steden ontvluchtte, kunstenaars zich door de lokroep van de plaatselijke Lorelei, Binus Van den Abeele, verzamelden aan de pittoreske oevers van de Leie. Daar ontspon zich dan in de kortste keren het begrip ‘Latemse School’. volgens latere cultuur- en kunstrecensenten een jammere misvatting, want van een ‘school” was helemaal geen sprake. Het was eerder een samenloop van gunstige omstandigheden die deze kunstenaars daar samenbracht. Vooreerst was er de rust en schoonheid van landschappen als bos, weide en Leie maar bovenal de gedrevenheid van burgemeester en gemeentesecretaris Albijn Van den Abeele die, als gemeentemandataris en rentmeester van enkele gegoede families, de ‘zwervende’ kunstenaars een betaalbaar onderdak kon en mocht bieden en zo de knepen van zijn passie, de schilderkunst kon vervolmaken.

Nagenoeg een eeuw zou Latem een rustig, landelijk ‘boerengat’ blijven. Heerlijke tijden moeten dat geweest zijn. Verplaatsingen gebeurden met paard en kar, per fiets of te voet. Buurgemeente Deurle had toen al zijn kastelen en “huizen van plaisance’ waar de adel en de katoenbaronnen hun zinnen hadden op gezet. Latem zou snel volgen maar ‘echte’ kasteelheren waren er niet.
Toen Albert Feyerick, een Gentse katoenmagnaat, al in 1907 en later zijn broer Jacques het golfdomein ‘Les Buttes Blanches’ uitbouwden tot één van de mooiste Belgische golfclubs, volgden snel de villa’s van rijke industriëlen maar wel ten koste van heide en bossen. Ook de auto verscheen in het landschap, maar de ‘modale’ wandelaar kon toch nog ten volle genieten van de architectuur en de prachtig aangelegde tuinen. Van heinde en ver verschenen de ‘weekendwandelaars’ in de nog groene en fleurige dorpen en hun dreven. Midden de zestiger jaren kwam er overal ten lande een grote ‘verkavelwoede’. Tot dan was er amper een wetgeving voor stedenbouw, verkavelingen en bouwvergunningen. De landbouwgronden kregen de interesse van de grote ‘spelers’ bij bouwmaatschappijen en stegen in waarde. Deze wending betekende dan ook ook de teloorgang van het boerenleven. De hard labeurende landbouwers kozen voor geld. Sint-Martens-Latem kreeg een totaal andere ‘invulling’ en werd een eerder residentiële gemeente, die gelukkig nog wat landelijkheid bleef uitstralen. Met de jaren ebde ook het landelijke stilaan weg…

Het is echter niet aan ons om die geschiedenis uit te diepen. Over Sint-Martens-Latem, de kunst en de Leie verscheen al heel wat lectuur. Erudiete auteurs en heemkundigen penden lijvige boeken met bijhorende illustraties vol.

DE LOATEMSCHE KLEPPE… verscheen voor het eerst als pamflet in september 1995. In eerste instantie op 100 exemplaren, later opgedreven naar 500 met de steun van enkele plaatselijke middenstanders, gemeenteraadsleden en de drukker-koster van De Pinte, het latere Sixtobel. Het pamflet lag tot 2010 te grabbel in plaatselijke winkels, horecazaken en de bib of werd ‘gericht gebust’ door sympathisanten. Toen Drukkerijen De Muyter, Schaubroeck en Geers tussen 2000 en 2012 bijsprongen, kende de editie haar hoogtepunt en werd het verspreid op 2.000 exemplaren. De daaropvolgende jaren hielden we het hoofd boven water door sponsoring van Dhaene Tailor, Eurocarcenter en veel sympathisanten. De oplage en het formaat vielen terug maar de doelstelling van satire en ludieke berichtgeving bleef. Het pamflet ging ook viraal dankzij leiestreek.com en Facebook om tijdens de pandemie even terug ‘in de kast’ te gaan. Eind 2021 stonden we er terug en kregen we gastcolumnisten als Marc Nelen en Carlos Alleene om eens andere klokken te laten kleppen.

Hierna de nieuwste Kleppe en de eerste die zowel op papier en digitaal verscheen.