Provincie plaatst drijvende nesteilandjes voor ‘zeezwaluwen’ in bufferbekkens Kleit (Maldegem)
De Provincie Oost-Vlaanderen plaatste woensdag 30 april in de bufferbekkens van Kleit (Maldegem) drijvende nesteilandjes en drijftillen. Bedoeling is meer rust- en nestplaatsen te creëren voor watervogels.
De kale nestvlotjes, opgevuld met schelpenzand, zijn bedoeld voor de zeldzame visdief (Sterna hirundo) ook wel de ‘zeezwaluw’ genoemd.Visdieven broeden vooral op schelpenbanken langs zeekusten maar van nature ook op grindbanken in rivieren en op kale eilandjes in zoetwaterplassen. Waterbouwkundige ingrepen, watervervuiling en verstoring door watersporters hebben deze broedmogelijkheden drastisch beperkt. Visrijke wateren, rust tijdens het broedseizoen, kale broedplekken met schelpen of grind en een goede waterkwaliteit zijn de belangrijkste vereisten voor de aanwezigheid van de soort.
“De drijvende eilandjes of drijftillen spelen zeer goed in op de vereisten voor de aanwezigheid van de soort”, zegt gedeputeerde Jozef Dauwe, bevoegd voor milieu. “Uit ervaring weten we ook dat de soort er dankbaar gebruik van maakt.”
Op de drijftillen zijn grondbroedende vogels veilig voor bedreigingen van landroofdieren of grondpredatoren zoals de vos, zwerfkatten, ratten, recreanten met honden of wezels, bunzingen en andere marterachtigen.
“Uiteraard wordt de belangrijke bufferende werking van de waterbekkens niet in het gedrang gebracht”, benadrukt gedeputeerde Peter Hertog, bevoegd voor integraal waterbeleid. “De nestvlotten dalen en stijgen mee met de waterspiegel.”
Ook voor andere fauna en flora bewijzen ze hun ecologisch nut: vissen vinden onder de drijftillen op hete zomerse dagen verkoeling en ook kikkerdril kan er een plaatsje vinden.
Waarnemingen zeezwaluwen mailen.
Om de evolutie verder te kunnen opvolgen zijn alle waarnemingen van de zeezwaluw welkom bij de dienst Milieubeleidsplanning van de Provincie Oost-Vlaanderen via mail op milieubeleidsplanning@oost-vlaanderen.be.
Zeezwaluw
De visdief, ook wel de ‘Zeezwaluw’ genoemd, is een uitgesproken trekvogel en broedt in vrijwel alle landen van Europa.
Het is een soort stern die jaarlijks lange afstanden aflegt en die rond eind augustus vertrekt om te overwinteren aan de Afrikaanse kusten, van Senegal tot Zuid-Afrika om dan in april weer terug te keren naar onze contreien.
Deze slanke vogel met een zwarte kopkap kan tot 35 centimeter groot worden, heeft een diep gevorkte staart, een oranjerode snavel en een karakteristiek geluid. Het is een uitgesproken vliegkunstenaar en vooral hun foerageergedrag is een lust voor het oog. De vogel laat zich immers met snelheid naar beneden in het water vallen om voornamelijk kleine visjes te bemachtigen.
Gestroomlijnd Landschap: natuur en waterbeheer hand in hand
Deze actie is het begin van een meer natuurlijke inrichting van de bufferbekkens die de Provincie realiseert in kader van het project Gestroomlijnd Landschap. In dit project wordt werk gemaakt van de versterking van natuurverbindingen, een betere waterhuishouding en de herwaardering van waterlopen in het landschap. Waterlopen die belangrijke natuur- en bosgebieden met elkaar verbinden, vormen de ruggengraat voor geïntegreerde gebiedsgerichte projecten. De Splenterbeek en de Ede zijn de natuurlijke verbindingen tussen de natuur- en bosgebieden van het Drongengoedcomplex. De valleien zijn belangrijk voor de afwatering van de hoger gelegen gebieden. In het stroomgebied van de Ede staat het beperken van wateroverlast centraal. De Ede heeft daarnaast ook een ecologische en verbindende functie in het landschap.
De verdere natuurlijke inrichting maakt van de bufferbekkens een stapsteen voor natuurontwikkeling en landschapsbeleving langs de Ede.
Inlichtingen:
Provincie Oost-Vlaanderen – dienst Milieubeleidsplanning, -ondersteuning en natuurontwikkeling
Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent
contactpersonen: Mark Alderweireldt en Maja Verbeeck
tel. 09 267 78 03
(foto met dank aan gemeentebestuur)